Nederlandse vergadercultuur onder de loep
Sepehr Joussefi
In Nederland vergaderen we heel graag. Vergaderen is ons nationaal alternatief voor werken. Dat is een diepgewortelde gewoonte, een belangrijke sociale bezigheid, de beste plek om je netwerk uit te bereiden. Wie niet graag langdurig wil vergaderen, telt niet mee. Sterker nog, hij is een ritueelschender, een spelbreker. Hij heeft geen visie. Men twijfelt heel gauw aan zijn intellectuele vermogen, vertrouwen en betrokkenheid. In dit land ben je al verdacht als je niet kunt overtuigen of overtuigd worden. Je wordt dan gezien als een gesloten, verlegen of introvert persoon. Kijk je niet recht in de ogen van je gesprekspartner? Waarschijnlijk heb je iets te verbergen. Misschien gaat het psychisch niet helemaal goed met je. Wellicht is het de tijd dat je een verplichte assertiviteitstraining moet volgen. Zo leer je dat je tijdens een overleg tenminste één keer je mond open moet doen. Het maakt eigenlijk niet uit wat je
zegt, maar dat je iets zegt. In Nederland hoort men graag zichzelf praten. Je moet jezelf goed verkopen is de kreet. Als iemand ons durft te onderbreken zeggen we automatisch: ”laat me alsjeblieft even uitpraten”. Dat doen we niet om ons punt af te maken, maar omdat we graag aan het woord willen blijven. Wij willen allemaal aandacht en erkenning. In onze optiek vertellen anderen vaak onzin. Geen wonder dat 67% van Nederlanders zich alleen herinnert wat ze zelf tijdens een vergadering hebben gezegd.
Wij, Nederlanders moeten misschien leren om bedachtzaam te reageren en niet meteen recht op het doel afgaan. We hebben geleerd dat als we eerst aangeven dat we respect hebben voor andermans mening, we het recht hebben om de tegenstander af te kraken. Vaak hoor je mensen in gesprekken zeggen: met alle respect wat je zegt is grote onzin. Deze directe manier van communiceren komt bij mensen uit zuidelijk gelegen landen vaak bot, provocerend of arrogant over. De Nederlandse vergadercultuur schrikt migranten en vluchtelingen af. Het is niet bevorderend voor hun participatie op de arbeidsmarkt. Ze aarzelen zelfs om vrijwilligerswerk te accepteren. Niet dat ze niet van praten houden, maar ze doen dat liever in cafés of op een verjaardagsfeestje. Ze zijn meer actiegericht en wensen niet vast te lopen in deze heersende vergadercultus. Onze valkuil in Nederland is het feit dat we graag blijven steken in de meningsvormingfase, terwijl de meeste mensen in de wereld do en act-gericht zijn.
Het is jammer dat het vergaderen in Nederland een statussymbool is geworden. Hoe hoger je in de hiërarchie staat, hoe meer je hoort te vergaderen. Wil je meer aanzien? Zeg tegen je vrienden dat je van de ene naar de andere vergadering moet rennen. Verder maak je indruk als je zegt dat je compromissen kunt sluiten, dat je heel tactisch consensus kunt bereiken, draagvlak kunt creëren en dat je een bruggenbouwer bent.
In Nederland willen we elkaar tijdens een overleg graag informeren en vooral aftasten. Dat kunnen we erg goed en to the point. Het besluitvormingsproces is echter een rekbaar begrip dat we vaak mogen uitstellen totdat de scherpe kanten van afwijkende meningen in het voordeel van een breed gedragen besluit geslepen worden. Men wil zijn vinger niet in het vuur steken. De achterliggende gedachte is dat als iedereen meepraat en meebeslist, iedereen, of liever gezegd niemand, verantwoordelijk is voor het gezamenlijk genomen besluit. Als het later een verkeerd besluit blijkt te zijn, zal het voor niemand grote
consequenties hebben. Meebeslissen is een afweermechanisme geworden tegen misprestaties die tot gezags- of gezichtverlies kunnen leiden.Neem de tijd, is de boodschap. Neem de tijd totdat je alle neuzen in dezelfde richting krijgt. Mensen lijken hier net windhanen in een winderige polder. Een afwijkende mening wordt deskundig gekneed en vervormd totdat hij in het denkpatroon van de meerderheid kan
passen. Hier heerst de tirannie van de meerderheid. Ja, democratie kost veel geld en energie. Laat onze erfenis, onze poldercultuur met rust. In veel landen zijn het koningshuis, leger, de rebellen en geestelijken bepalend voor de koers van de samenleving. Hier in Nederland hebben wij als burgers het heft in onze handen. Ik bekritiseer deze poldercultuur omdat die mij lief is.