Gelukkig een volk dat een goed geheugen heeft
Utrecht, 4 mei 2012
Sepehr Joussefi
'Allereerst wil ik het bestuur en de universiteitsraad bedanken voor deze bijzondere gelegenheid om hier in het academiegebouw, het wetenschappelijke hart van mijn geliefde stad Utrecht een toespraak te mogen houden over een emotioneel thema dat me persoonlijk raakt, de herdenking van onze doden op wiens schouders onze vrijheid van nu opgebouwd is.
Herdenken om nooit te vergeten
Gelukkig een volk dat een goed geheugen heeft
Het was een herfstachtige lentedag. De nacht daarvoor doorboorden de bommen de geduldige aarde van mijn geboortestad. Overdag lagen we verward en vermoeid onder de bloeiende moerbeiboom van onze hogeschool. De schoonheid van bloesems kalmeerde ons oorlogsverdriet. Opeens werden onze lentedromen wakker geschud door het gehuil van een zwart gesluierde moeder en de geur van dood en bloed. In een zwarte houten kist omhuld door een bebloede Iraanse vlag kwam hij terug.
Fysiek en mentaal was hij de sterkste klasgenoot. Een tijdje terug koos hij vrijwillig voor het front. De bebaarde imam van de oude moskee hield de Koran boven zijn hoofd. Bewapend en vastberaden kuste hij het heilige boek en nee-schuddend veegde hij de betraande ogen van zijn moeder.
Terug van het slagveld was zijn moedige gezicht onherkenbaar, zijn gespierde lichaam ontbonden en zijn borst open. Bezeten door een opgelegde heilige oorlog was hij vol passie vertrokken en verscheurd teruggekomen. Zijn verwarde moeder mocht zijn levenloze lichaam niet omhelzen. ‘Besmettingsgevaar, niet aanraken’ stond op zijn kist. Getroffen door chemische bommen was hij dodelijk vergiftigd. De begeerde sleutel van de paradijspoort die hij van de imam had geleend, hing nog ongebruikt om z’n hals.
Een vriend minder en een illusie armer bleef ik achter met veel vragen. Ik besefte dat de oorlog, heilig of niet, gerechtvaardigd of niet, ter zelfverdediging of niet, mij mijn boezemvriend en hem zijn beloofde paradijs had ontnomen. Een tijdje later toen de teller op een half miljoen doden stond, besloot ik Iran en al die nare herinneringen te ontvluchten. In een kille wintersnacht trok ik mijn levensboom uit zijn vertrouwde aarde en voordat zijn verwonde wortels uitdroogden plantte ik hem in een veelkleurig tulpenveld ergens aan de Noordzee.
Ja, Nederland gaf me asiel, nieuwe hoop en een veilig thuis, maar geen vrede. Nog steeds leef ik in de schaduw van een akelige oorlog. Voortdurend hoor ik op de achtergrond een droevige muziek vermengd met het gehuil en gejammer van een weerloze moeder. Chronisch knaagt een schuldgevoel aan de wortels van mijn geweten. Als een schizofreen hoor ik op mijn eenzame momenten een beschuldigende stem die me genadeloos en zonder enig proces tot verraad en lafheid veroordeelt:
toen ze je boezemvrienden arresteerden, verzweeg je je vriendschap
toen ze je medestudenten aanvielen, hield jij je bezig met wetenschap
toen ze de dissidente dichters gevangenzetten, vergat je hun boodschap
toen ze de oppositieactivisten ophingen, ontkende je je kameraadschap
toen ze je eigen vrijheid ontnamen, hielp niemand je uit je gevangenschap
Ooit probeerde ik het bittere verleden en de zielenpijn in de loopgraven van de vergetelheid te begraven, maar het onvervreemdbare verleden bleef me steevast achtervolgen. Nu mijn herinneringen aan het verdampen zijn, pijnig ik mijn geheugen om ze weer voor de geest te halen. Ik besef dat als ons collectieve geheugen dementeert, de oorlogszuchtige geest een nieuw conflict gaat beramen. Daarom is het de morele plicht van mij en mijn lotgenoten om in Nederland samen met de laatste hoogbejaarde slachtoffers en ooggetuigen van de Tweede Wereldoorlog ervoor te zorgen dat het gedeelde oorlogsleed en het gemeenschappelijke verdriet in de herinneringen van de naoorlogse generatie voortleven.
De emotionele herinneringen en de persoonlijke verhalen uit de oorlogstijd zijn effectiever en dynamischer dan de geduldige geschiedenispapieren of de geformaliseerde rituelen.
De afkeer van gruwelijkheden van de oorlog en het fundamentele verlangen naar de kostbare vrijheid zijn universele overtuigingen en menselijke behoeften die de verschillende volkeren en generaties met elkaar verbinden.
Ongetwijfeld is de dodenherdenking van 4 mei een verankerd nationaal symbool dat de sociale cohesie en de solidariteit van onze pluriforme samenleving versterkt, maar ik pleit voor het combineren van de nationale herdenking met de herdenking van alle onschuldige slachtoffers van de huidige gewapende conflicten. De nadruk op de wereldwijde dimensie van 4 mei en de mondiale invulling daarvan creëert een breder draagvlak voor 4 mei zodat iedereen zich hiermee verbonden voelt. We beseffen dat tijdens onze nationale herdenking elders in de wereld miljoenen mensen wegens oorlogsgeweld en verdrukking op de vlucht zijn. Het gaat in feite om de erkenning van het oorlogsleed, de herdenking van de slachtoffers en compassie met de nabestaanden waar dan ook ter wereld.
De verbindende functie van het herdenken leert ons dat de oorlog daar geen vrede hier betekent. Onze vrede en vrijheid blijven alleen gewaarborgd als we ze met de medemens durven te delen. Onze democratie en welvaart mogen niet ten koste gaan van de mensenrechten daar. Bovendien als we de kostbare en tegelijkertijd kwetsbare vrijheid hier als vanzelfsprekend beschouwen, zal ons empatisch vermogen ten opzichte van degenen die elders in nood en rechteloosheid verkeren sterk afnemen.
Zoals mijn lotgenoten die helaas de oorlog ten volle hebben meegemaakt, lijd ik aan te veel diepe wonden en trauma’s om de bevochten vrijheid, veiligheid en rechtsorde als iets vanzelfsprekends te beschouwen. In vrij Nederland heb ik de kostbare vrijheid enorm gewaardeerd. Ik voel me bevoorrecht dat ik in een rechtsstaat woon.
Maar vrijheid vraagt ook mijn verantwoordelijkheid. Ik weet hoe fragiel en kwetsbaar de vrijheid is. Ook hier in Nederland laten de moord op Pim Fortuyn en Theo van Gogh en de verdachtmakingen van de islamitische minderheid na 11 september zien hoe eenvoudig de democratische fundamenten van onze open samenleving en de sociale cohesie ondermijnd kunnen worden. Ik heb ook geleerd dat een verwoestend conflict kan beginnen als de problemen van sociaaleconomische aard aan bepaalde etnische minderheden en aan hun cultuur of religie wordt toegeschreven.
Als populistische politici met primitieve schijnoplossingen voor complexe maatschappelijke problemen komen. Als een volk uit angst, wantrouwen en machteloosheid naar een charismatische redder verlangt. Als de massa als processierupsen achter een demagogische leider aanloopt.
Een oorlog begint als het volk op cruciale momenten zwijgt, als de massa voor de onzekerheden van de veranderende maatschappij zwicht of als een deel van de kiezers uit angst en identiteitsverwarring zweeft.'
·
4 mei: Herdenking en Kranslegging
Jaarlijks herdenkt de universiteit Utrecht op 4 mei de leden van de universitaire gemeenschap die in de periode 1940 - 1945 zijn omgekomen. Het College van Bestuur en de Universiteitsraad van de Universiteit Utrecht leggen de krans bij het monument bij de ingang van de Aula van het Academiegebouw (Domplein 29, Utrecht).
Voorafgaand aan de kranslegging houdt oud-student en voormalig docent aan de Universiteit Utrecht, Sepehr Youssefi een lezing. Hij is als vluchteling-student indertijd voor het oorlogsgeweld in Iran naar Nederland gevlucht en heeft met steun van het Universitair Asiel Fonds (UAF) in Utrecht gestudeerd. Later was hij docent aan onze universiteit. Hij zal spreken over dat vrijheid en democratie niet vanzelfsprekend zijn.
Het programma in het Academiegebouw ziet er als volgt uit:
16.15 uur: Ontvangst in Zaal 1636
16.30 uur: Lezing door Sepehr Youssefi in de Aula, gevolgd door kranslegging
17.00 uur: Gelegenheid tot napraten in Zaal 1636
Aanmelden
De herdenking is algemeen toegankelijk. Als u de herdenking wilt bijwonen, stuurt u dan een e-mail aan Joanne Proctor: j.e.proctor@uu.nl.
Startdatum en tijd: |
4/5/2012 16:15 |
Einddatum en tijd: |
4/5/2012 17:00 |
Locatie: |
Academiegebouw, Domplein 29, Utrecht |